Altijd bang voor zweetlucht? Dan zou u dit onbekende syndroom kunnen hebben

Altijd bang voor zweetlucht? Dan zou u dit onbekende syndroom kunnen hebben

Verspreid de liefde

Iedereen maakt zich weleens druk: ruik ik niet vreemd? Maar sommige mensen in Nederland zijn tot het bot bezorgd over lichaamsgeur terwijl er niks aan de hand is. En dat kan hun hele leven beïnvloeden.

Het begint klein — na een opmerking of gewoon uit het niets. Al snel worden normale gebaren zoals iemand die aan zijn neus zit of een raam opendoet, gezien als bevestiging: ‘ik stink toch écht’. In veel gevallen gaan mensen zelfs leuke afspraken uit de weg, melden zich af voor werk of sluiten zich steeds vaker op thuis.

Wat is het olfactory reference syndrome (ORS)?

ORS is een psychiatrische aandoening die nog maar weinig bekend is, zelfs onder artsen in Amsterdam of Groningen. Wie eraan lijdt, is voortdurend overtuigd dat hij of zij een vreselijke lichaamsgeur verspreidt. Terwijl anderen niets ruiken. De angst werkt verlammend: schaamte, stress en soms eenzaamheid zijn het gevolg.

Mensen met ORS wassen zich vaak extreem vaak — denk aan vijf keer per dag douchen of een overdosis deodorant. Toch verdwijnen de zorgen niet en raken ze steeds meer in zichzelf gekeerd.

Recent onderzoek en praktijkvoorbeelden

Gelukkig komt er langzaam erkenning. In 2024 publiceerde onderzoeker Morganne Masse van de Université de Montréal een studie over twee Nederlandse patiënten:

  • Eerste geval: een 63-jarige man worstelde al sinds zijn twintigste met ORS. Hij dacht steeds een misselijkmakende geur te verspreiden en had last van een vreemde smaak in zijn mond. Toch probeerde hij zijn sociale leven en zelfs relaties te behouden — alleen drukke plekken als de Noord-Zuidlijn meden hij zoveel mogelijk.
  • De tweede patiënt, 53 jaar, trok zich volledig terug: geen werk, geen vrienden meer. Hij was ervan overtuigd dat zijn gehele lijf constant naar ontlasting rook. Er kwamen zelfs psychotische klachten en suïcidale gedachten om de hoek kijken.

Waarom wordt ORS zo moeilijk herkend?

Het grootste probleem: wie door ORS wordt geplaagd, gelooft 100% zeker dat de geur echt is. Dit leidt tot een eindeloze zoektocht langs tandartsen, dermatologen en huisartsen — met telkens weer teleurstelling. Vaak belanden mensen pas jaren later bij een psychiater, nadat andere behandelmethoden niets hebben geholpen.

Hoe wordt ORS behandeld?

Het is onbekend hoeveel mensen in Nederland aan ORS lijden — het blijft onder de radar. Gelukkig zijn er werkbare behandelingen:

  • Cognitieve gedragstherapie (CGT): Dit helpt mensen hun gedachten te toetsen en te veranderen. Ze leren dat hun waarneming niet overeenkomt met de werkelijkheid.
  • Medicatie: Sommige antidepressiva blijken effectief. Vaak wordt CGT gecombineerd met medicatie voor het beste resultaat.
  • Antipsychotica: In zeldzame, ernstige gevallen kunnen deze middelen worden ingezet — vooral als er wanen of hallucinaties bijkomen. Antipsychotica zijn echter lang niet altijd dé oplossing.

Herkenning is de eerste stap

De grootste uitdaging? ORS vroeg herkennen — zodat mensen niet jaren in stilte doormodderen. Als u zélf merkt dat zorgen over lichaamsgeur uw leven bepalen, of ziet dat een vriend zich steeds meer terugtrekt vanwege ‘stank-angst’, trek dan tijdig aan de bel. Huisartspraktijken in bijvoorbeeld Nijmegen of Eindhoven zijn steeds beter op de hoogte én kunnen u doorverwijzen.

ORS is niet zomaar een rare gewoonte, maar een serieuze — en behandelbare — stoornis. Wacht niet tot het erger wordt. Misschien helpt dit artikel u of iemand in uw omgeving om eindelijk hulp te zoeken.