Endurance-zwemmer Lewis Pugh, inmiddels 53 en beroemd als ‘Patron of the Oceans’ voor de Verenigde Naties, heeft het geflikt: in dertig dagen doorkruiste hij zwemmend de volledige Hudson River, van de Adirondack Mountains tot aan Battery Park in Manhattan – goed voor een kleine 507 kilometer.
Toen hij weer vaste grond voelde, zei hij met een glimlach: “Het is echt heerlijk om weer aan land te zijn, eindelijk.”
Een maand lang was hij in de weer met deze rivier. Lewis: “Ik ken de Hudson nu intiem – het voelt alsof ik een nieuwe, levenslange vriend heb gemaakt.” Wie hem kent, weet: dit soort avonturen zijn meer dan sport. Pugh wilde bovenal aandacht vragen voor het belang van rivieren binnen ecosystemen. Op maandag geeft hij hierover een keynote in het VN-hoofdkwartier, midden in New York.
Zijn doel? Elke ochtend én avond circa 8 kilometer zwemmen – want na zonsondergang wordt de Hudson opvallend kalm. De voorbereiding was pittig: naast zwemmen heeft hij ruim een jaar geoefend met kajakken en hardlopen. Alles om de onvoorspelbare omstandigheden en vermoeidheid voor te zijn.
“Hier droom ik al zoveel jaren van, maar het wachten was het meer dan waard,” bekende hij later. Tijdens de eerste weken in het noorden – waar de rivier nog smal is – kampeerden Lewis en zijn team soms in het bos, soms verbleven ze in plaatselijke Airbnbs. Voor de veiligheid gaf een kajakker (en bij brede stukken, een volgbootje) geen moment het gezelschap op. Verder richting het zuiden werden de overnachtingen ‘flotter’ – op een catamaran tussen de zwemetappes door.
Het diepe in: start bij Lake Tear of the Clouds
Pugh dook het avontuur in bij Lake Tear of the Clouds, Essex County. Vanaf daar volgde hij de Hudson stroomafwaarts – langs rotsen, wortels en ondiepe bochten heen.
“Die eerste fase was het spannendst,” vertelt hij. “Zoveel stenen en takken – als je daar op klapt, kan het goed mis gaan.” Bovendien: “Je hebt geen remmen, je gaat razendsnel en onder het oppervlak liggen ‘sleepers’. Dat zijn onzichtbare blokken net onder water, onverwachte obstakels voor wie niet oplet.”
Zelfs een routinier als Pugh vroeg zich soms hardop af: waar ben ik aan begonnen? Toch kreeg hij eind augustus een zeldzame meevaller: door de ‘blue supermoon’ stond de stroming deels in zijn voordeel.
“Het was magisch stil langs de oever. Nauwelijks lichtvervuiling en de sterrenhemel leek oneindig uit te strekken,” blikt hij terug. Zodra de maan afnam, werd de rivier ruiger. “Na Albany werd de Hudson een stuk breder en taaier. De wind stak op en met de tegenstroom leek het urenlang alsof je op één plek bleef ploeteren. Je merkt het al snel in je nek en schouders.”
Gelukkig waren er onderweg talloze supporters, vooral bij universiteiten en dorpen aan het water. De campus van Marist College in Poughkeepsie was favoriet: “Het zwemteam, waterpolo, roeiers – zelfs de college president en zijn partner doken het water in naast me.”
Lewis: “Iedereen, jong en oud, sprak me aan: ‘We houden van deze rivier – het vormt onze buurt. Dank dat je hier aandacht voor vraagt!’”
De laatste loodjes gingen via de vijf stadsdelen van New York. Onder de George Washington Bridge voelde Pugh zijn adrenaline pieken.
“In de verte zag ik het Vrijheidsbeeld al,” aldus Lewis. “En het enige waar ik aan kon denken: die Lady Liberty verwelkomt al generaties lang mensen in deze stad. Hoe schoon en levendig de Hudson nu is – dat is een inspiratiebron voor de bescherming van rivieren wereldwijd.”
Na zijn landing op het zuidelijkste puntje van Manhattan zei hij: “Van New Yorkers kunnen we allemaal nog leren. Hun inzet voor de Hudson is indrukwekkend.”