Lampyriden: het magische zomerspektakel dat stilletjes verdwijnt

Lampyriden: het magische zomerspektakel dat stilletjes verdwijnt

Verspreid de liefde

Een zwoele avond in juli op het strand van Zeeland. De biologe Maartje Verbeek doet wat velen als kind ooit deden: op jacht naar een lichtgevend vuurvliegje. Maar het is niet meer zo makkelijk als vroeger — zelfs op deze natte graslanden tussen het Grevelingenmeer en de Noordzee fonkelen er nog maar een paar boven het riet.

Maartje vangt de korte flits van een mannetje op en rent erachteraan. rechts langs het schelpenpad — en dan weer terug. Het lijkt wel alsof het beestje met haar speelt. Uiteindelijk lukt het om met een lange netsteel die sprankelende ‘bliksem’ in haar potje te krijgen.

“Die volleybaltraining van jaren terug heeft toch nut gehad,” lacht ze.

De verdwijntruc van het Betuwse vuurvliegje

Niet elk vuurvliegje is ‘gewoon’. Sterker nog: het Betuwse vuurvliegje (Pyrotechnus batavia), dat Maartje volgt, is zo zeldzaam dat experts verwachten dat het in 2025 bij de eerste Nederlandse soorten op de lijst van bedreigde insecten komt. Door stijgend waterpeil, klimaatverandering én woningbouw zijn er naar schatting nog geen 700 individuen over.

Voor veel Nederlanders roept die plotselinge vuurvliegjesflits herinneringen op aan zwoele zomeravonden in de tuin — en nu dus ook zorgen. Want het lijkt erop dat het diertje stilletjes uit onze buurt verdwijnt.

Waar zijn ze gebleven?

Vroeger was het een magisch gezicht: tientallen lampyriden (‘glimwormen’ zeggen sommigen) lieten zich gemakkelijk vangen op een avondwandeling in het park, tussen de grafheuvels van Drenthe of over het Utrechtse platteland. Biologen horen de laatste jaren steeds vaker verontrustende verhalen over minder vuurvliegjes — vermoedelijk door verdwijning van hun habitat, bestrijdingsmiddelen, lichtvervuiling en veranderingen door klimaat.

Concrete cijfers zijn er nauwelijks. De meest algemene soort, in Nederland bekend als ‘grote glimworm’, lijkt het goed te doen. “Ze zien eruit als kleine vliegende ledlampjes” zegt vuurvliegexpert dr. Frits Jansen (WUR). “Die overleven zowat alles wat wij als mensen over ze uitstorten.”

Niet elke soort is veilig

Toch zijn andere soorten minder gelukkig. Het Betuwse vuurvliegje is niet de enige waarvan men vreest dat het definitief uitNederland verdwijnt. “Ze zijn te belangrijk om te verliezen, maar te onopvallend om echt op te merken,” merkt insectenbeschermer Sergio Henriques van Naturalis op. Zelf zoekt hij al jaren tevergeefs naar de ‘spoken-glimworm’, een soort die al 30 jaar niet meer is gesignaleerd — zelfs niet bij de Ooijpolder waar ooit kolonies zaten.

Elke provincie (ja, behalve Friesland!) heeft inmiddels vuurvliegjes. Verschillende soorten verschijnen op allerlei tijden en plekken. Waar stadslicht domineert, zijn ze moeilijker te vinden maar met het platform GlowQuest.nl hebben studenten een interactieve kaart gemaakt: zo kun je zelf zien waar de kans het grootst is.

Hoeveel soorten zijn er eigenlijk?

Pas sinds een paar jaar proberen wetenschappers echt goed te tellen hoeveel firefly-soorten Nederland eigenlijk kent. Het laatste overzicht liet 16 soorten zien, waarvan er 6 redelijk goed onderzocht zijn. De uitkomst is opvallend: van bijna de helft van deze soorten weten we zo weinig dat niemand durft te voorspellen of ze het goed doen, of misschien zelfs al verdwenen zijn.

“Vuurvliegjes namen we decennia vanzelfsprekend,” beaamt prof. Lotte de Vries (VU), die het Betuwse vuurvliegje herontdekte in 2001 na een radiostilte van 25 jaar. “Iedereen denkt dat we alles al weten — inclusief de kinderen die ze ieder jaar weer proberen te vangen. Maar kijk je echt goed, dan blijkt hoeveel kennis ons ontbreekt.”

Ruim een derde van de soorten in Nederland en België doen het prima, maar tenminste vier zitten diep in de problemen volgens De Vlinderstichting.

Lichtpraat en knippercode

Waarom knipperen (of gloeien) vuurvliegjes? Ze waarschuwen roofdieren — giftig, niet eten! — maar het voornaamste doel is paring zoeken. Mannetjes vliegen hun knipperende ‘pickup line’ door het bos, vrouwtjes sturen een antwoordterug. Elke soort z’n eigen flitspatroon en kleur, makkelijk te herkennen aan hun unieke timing.

De gewone grote glimworm is opvallend groot, met een gelige gloed. “Hun vlucht lijkt wel een getekende J in de lucht — even duiken, dan omhoog, precies als een luchtacrobaat,” aldus Jansen. Deze soort vliegt vaak al vóór zonsondergang en lijkt niet zo last te hebben van stadslicht — vandaar populair bij kinderen.

Maar lichtvervuiling heeft wél effect: het maakt de macho’s onzeker, waardoor ze minder knipperen en de kans op succesvolle paring kleiner wordt. In regio’s als de Randstad zie je dat terug aan de afnemende populatie.

De spookglimworm en andere bizarre soorten

In Brabant hoopt Henriques nog altijd op een glimp van de spookglimworm, beroemd om zijn mysterieuze, vrijwel constante groene lichtspoor langs slootkanten. Sommige mensen schrikken zich rot — niet gek als je midden in het donker ineens zo’n ‘alien’ ziet bewegen.

De Veluwe heeft dan weer zijn ‘synchrone’ vuurvliegjes: honderden die tegelijk knipperen, wat inmiddels elk jaar natuurbelangstellenden trekt. Er zijn zelfs ‘femme fatale’ vuurvliegjes, die mannetjes van andere soorten lokken met neplichtjes — om ze daarna op te eten. Ja, echt.

Klimaatstress en betonwoede

Ook klimaatverandering zorgt voor stress — langere droogte verstoort de leefwereld van veel soorten, vooral die langs drassige oevers. In Zeeland verwacht men dat de drukkende stijging van de zeespiegel op termijn de habitat van het Betuwse vuurvliegje voorgoed wegspoelt. Toch denken onderzoekers dat woningbouw in korte tijd nóg meer schade aanricht, omdat natuurgebieden versneller verdwijnen.

Magie uit eigen achtertuin

Vuurvliegjes stralen iets uit wat weinig andere insecten lukt. “Zelfs wie niks om insecten geeft, mist vuurvliegjes — het zijn gewoon ministukjes magie,” vindt De Vries. “Kinderen denken dat ze elfjes zijn. Misschien zijn vuurvliegjes wel ons ticket terug naar de verwondering van de natuur.”

Wat kun je zelf doen?

  • Vermijd zoveel mogelijk buitenverlichting rond je tuin vanaf juni
  • Gebruik géén pesticiden in de buurt van sloten en vijvers
  • Draag je steentje bij op GlowQuest.nl en meld een waarneming van vuurvliegjes
  • Informeer bij de gemeente naar bescherming van lokale natuurstroken

Wie weet dansen er dan komende zomer nachtenlang wéér vuurvliegjes in je achtertuin.