De Tyrannosaurus rex geldt misschien als het bekendste roofdier uit de prehistorie, maar hij was zeker niet de eerste met een imposant gebit.
Ruim 40 miljoen jaar vóórdat dinosauriërs de wereld gingen beheersen, zwom er al een salamander rond — ter grootte van een volwassen mens, mét vier centimeter lange slagtanden. Deze onverwachte ontdekking is onlangs uitgebreid beschreven in het toonaangevende tijdschrift “Nature”.
Argentijnse wetenschappers troffen het fossiele skelet van deze amfibie aan in Namibië. Niet bepaald om de hoek dus — maar deze vondst prikkelt wereldwijd de fantasie van paleontologen.
“Hij heeft enorme hoektanden, het hele voorste deel van de bek is puur tand,” licht Jason Pardo, postdoc-onderzoeker verbonden aan het Field Museum in Chicago en mede-auteur van het onderzoek, toe. Voor wie zich een rustig salamandertje voorstelt: think again.
Het fossiel kreeg de naam “Gaiasia jennyae”, vernoemd naar de Gai-as Formatie waar het is gevonden. Dit prehistorische roofdier leefde zo’n 280 miljoen jaar geleden, in het Perm — toen praktisch de hele aarde één supercontinent, Pangea, was. Vooral die setting roept interessante evolutievragen op, zo meldt onder andere NRC Handelsblad.
Gaiasia kon tussen de 1,8 en 2,4 meter lang worden — reuzensalamanders dus. In de moerassen en meren van die tijd was hij absolute top van de voedselketen. In gedachten zie ik zo’n beest onder het kroos schuilen, klaar om toe te slaan.
Dit dier had een uniek, bijna 60 centimeter lang schedel met in elkaar grijpende hoektanden. Ideaal om prooien te verrassen en razendsnel naar binnen te werken.
“Het hoofd was groot, plat en deed denken aan de deksel van een toilet — waarmee hij zijn bek wijd kon opensperren en prooien naar binnen zoog,” aldus Pardo. snelheid was waarschijnlijk ondergeschikt, want met zo’n platte kop ben je niet bepaald gestroomlijnd.
Eerlijk is eerlijk: de meeste moderne roofvissen — denk aan snoeken of gars bij onze eigen wateren — hebben lange, smalle koppen waarmee ze bliksemsnel kunnen toeslaan. Dat zie je juist niet bij Gaiasia, vertelt Pardo. Wat dat betreft lijkt deze oer-amfibie meer op de hedendaagse Chinese reuzensalamander, die nog steeds in afgelegen rivieren in Azië op de loer ligt.
Maar indrukwekkende tanden waren slechts een van de opvallende trekjes van deze soort. Gaiasia was een laat lid van de zogeheten stam-tetrapoden — de vroege viervoeters waaruit later amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren zijn geëvolueerd.
“Het is echt verrassend hoe primitief Gaiasia blijkt te zijn,” zegt Pardo. “Hij is verwant aan organismen die bijna 40 miljoen jaar eerder uitstierven.”
Ook de locatie van het fossiel spreekt tot de verbeelding. Destijds lag de vindplaats ter hoogte van de noordkaap van het huidige Antarctica — behoorlijk zuidelijk dus, ver weg van andere vergelijkbare soorten die vooral in het huidige Noord-Amerika en Europa leefden.
“Gaiasia kwam veel zuidelijker voor dan zijn directe familieleden,” verklaart paleontoloog Anthony Romilio van de University of Queensland tegenover De Volkskrant. Hij was niet betrokken bij het onderzoek. “Deze koelere habitat suggereert dat vroege tetrapoden veel wendbaarder en aanpassingsvaardiger waren dan we tot nu toe aannamen.” Best verrassend: wie weet wat we in de veengronden rondom het IJsselmeer ooit nog zullen vinden.