Een pas ontdekt, nog altijd mysterieus radiosignaal uit de uithoeken van het heelal — dat zich elk uur herhaalt — bezorgt astronomen hoofdbrekens in Nederland en ver daarbuiten.
Volgens onderzoekers Manisha Caleb en Emil Lenc past deze vondst “niet in alles wat astronomen eerder gezien hebben”. hun woorden: “We kunnen eerlijk gezegd niet verklaren wat hier precies aan de hand is.”
Het radiosignaal wordt uitgezonden in een cyclus van exact 53,8 minuten. Dat is veruit het langste interval dat ooit in onze telescopen is vastgelegd.
Nieuwsgierig? Dit moet je weten
Waarom je je baby beter niet één van deze 3 populaire namen geeft volgens een logopedist
Bepaalde reizigers hoeven straks niet meer langs douanecontroles op Schiphol — zo werkt het
Mijn partner verraste me met een jonge collega — kan ik hem nog vertrouwen?
Het signaal komt naar schatting van 4,85 kiloparsec afstand tot de aarde, blijkt uit recent onderzoek in Nature Astronomy. Voor wie net wakker werd: één parsec is zo’n 31 biljoen kilometer — dus de bron staat bijna niet voor te stellen ver van ons vandaan.
Het signaal vertoont een ongewoon “knipperend” patroon, met lichtflitsen van uiteenlopende duur en intensiteit. Sommige pulsjes duren slechts 370 milliseconden, andere maar liefst 50 seconden — soms fel, dan weer amper zichtbaar. En dat alles in een cyclus van bijna een uur.
Geen sciencefiction zoals in de Netflix-hit “The 3 Body Problem”, waarin het universum met signalen naar een briljante wetenschapper knipoogt. Dit klinkt meer nuchter, gewoonweg astronomisch aards.
“De kans is groot dat het een heel bijzondere neutronenster is,” vermoeden Caleb en Lenc — maar opties blijven open.
Verschillende radiosignalen zijn wel eens opgepikt bij neutronensterren, maar zulke lange periodes passen eigenlijk niet in het huidige wetenschappelijke plaatje van neutronensterren.
Het radiosignaal werd voor het eerst onderschept door de Australische ASKAP-telescoop met naam J1935+2148 — het getal verwijst naar de exacte positie aan de hemel. Die was eigenlijk op zoek naar gammaflitsen en snelle radio-uitbarstingen toen er ineens dit gekke patroon opdook.
Hoe lang deze bron al seint? Niemand weet het precies, want gewoonlijk zoeken radiotelescopen niet naar objecten met zulke langzame cycli. Dat zegt veel — misschien missen we vaker vreemde dingen die sluimeren in de databergen.
Mocht het tóch geen neutronenster zijn, dan schuiven de onderzoekers een ‘witte dwerg’ naar voren als tweede mogelijkheid. Dat zijn ‘nagloeiende’ overblijfselen van uitgedoofde sterren, ongeveer zo groot als onze aarde.
Er is ook nog een kans dat het een duo betreft: een neutronen- of witte dwergster die als onzichtbare danspartner om een andere ster cirkelt.
Hoe dan ook — deze vondst kan onze kijk op neutronensterren en witte dwergen compleet veranderen. Hoe stralen ze nu eigenlijk, en wat zegt dat over de bewoners van ons melkwegstelsel?