Wetenschappers van New York University Langone Health denken eindelijk te begrijpen waarom onze voorouders zo’n 25 miljoen jaar geleden hun staart kwijtraakten. Het klinkt misschien een tikje bizar, maar dit is echt een van die vragen die biologen — en stiekem ook veel niet-biologen — al generaties lang bezighoudt. Want waarom hebben bijvoorbeeld je hond of buurkat nog een vrolijke staart, terwijl wij het moeten doen met dat kleine botje aan het einde van onze wervelkolom?
“Ons onderzoek geeft voor het eerst echt een biologisch antwoord op die eeuwenoude vraag,” zegt hoofdonderzoeker dr. Bo Xia. Zelf droomde hij al als kind over een verklaring. Het resultaat: een ontdekking die niet alleen labnerds, maar ook gewone mensen zal boeien.
DNA-speurwerk: wat maakt de mens zo uniek?
Het team nam het DNA onder de loep van mensen, apen zonder staart (denk aan gorilla’s en chimpansees) én apen mét staart, zoals gewone makaken. Het viel direct op: waar onze verre neven nog een specifiek stukje genetische code delen, missen mensen en staartloze apen dat juist.
Opvallend genoeg ging het niet om een klassieke mutatie, maar om een fascinerd “DNA-snippet” dat AluY heet. Die sprong ooit zomaar het genoom in van vroege mensachtigen en apen zonder staart. Sindsdien hoort het bij ons. Dit ontdekten de onderzoekers toen ze duizenden genfragmenten langsgingen — op zoek naar nét dát verschil.
Twee genen, één evolutionaire wending
Dit AluY-gedeelte beïnvloedt, samen met het beruchte TBXT-gen, hoe ons lichaam ribonucleïnezuren (RNA’s) aanmaakt die bepalend zijn voor de staart. Door deze combi is de staart er bij mensen nooit gekomen — en dat bleek al uit het feit dat een simpel staartbeen (coccyx) het enige is wat bij mensen, gorilla’s en chimpansees rest.
“Normaal hebben springende DNA-stukjes amper impact,” zegt dr. Jef Boeke van het Institute for Systems Genetics. “Maar deze ene AluY-insertie was verantwoordelijk voor iets oogwaarschijnlijk simpels én ingrijpends: mensen zonder staart.”
Waarom eigenlijk: nut van een verloren staart?
Waarom de evolutie koos voor een leven zonder staart — dat blijft het grote raadsel. Misschien speelde zitten een rol, misschien gaf het ons een voordeel bij het lopen op twee benen. Helemaal zeker weet niemand het.
Experimenten met muizen wijzen wel uit dat een staart verliezen niet alleen maar voordelen had. Muisjes zonder staart vertonen vaker afwijkingen aan het zenuwstelsel, zoals open ruggetje (spina bifida). Dat komt ook bij mensen voor. Er lijkt dus een evolutionaire “trade-off” te zijn geweest: minder risico op staartwonden, maar soms wél een extra kwetsbaarheid.
Wat betekent dit nu voor ons?
De onderzoekers willen verder onderzoeken of deze genetische ruilbalans in het verre verleden inderdaad geleid heeft tot meer kans op bepaalde geboorteafwijkingen. Wellicht leren we hierdoor zelfs iets over hedendaagse aandoeningen, zoals spina bifida en problemen met het ruggenmerg.
Wie weet — ooit vinden we het echte, complete verhaal achter ons verloren staartje.